Volgende bestemming: Harau Valley - Reisverslag uit Bukittinggi, Indonesië van Loek Bleeker - WaarBenJij.nu Volgende bestemming: Harau Valley - Reisverslag uit Bukittinggi, Indonesië van Loek Bleeker - WaarBenJij.nu

Volgende bestemming: Harau Valley

Door: Loek Bleeker

Blijf op de hoogte en volg Loek

17 Juli 2013 | Indonesië, Bukittinggi

Harau Valley, 17-07-2013.
Vanmorgen vóór het ontbijt hebben we de koffers weer ingepakt, want vandaag staat er weer een trip op het programma. Vandaag zullen we een ditmaal bloeiende Rafflesia bezoeken, we gaan kijken bij een palmsuikerfabriekje midden tussen de suikerpalmvelden, waarna de trip zal eindigen in Harau Valley, volgens Imam onze gids zeker de moeite waard om te bekijken. Deze keer zitten we met zijn allen in één vervoermiddel, een kleine bus, voorzien van felgekleurd Paintbrush-werk, en opgepimpt met schijnwerpers en een spoiler op het dak. Op de ramen staat heel stoer aangegeven dat het "relaks", en ik weet niet wat voor voorzieningen heeft, maar ingestapt in de bus zijn deze luxe-items al lang geleden een stille dood gestorven. Oké, we kunnen er allemaal in, maar recht zitten kunnen alleen de kinderen vanwege de spaarzame beenruimte, en de achterbank is tot aan het plafond in beslag genomen door onze bagage, die met veel moeite door de chauffeur over alle banken heen naar achteren gesjouwd moet worden. En als je dan die duiktassen van de Feldbergjes ziet, ga er maar aanstaan! Maar uiteindelijk zat alles op zijn plaats, en ging het op weg. Deze chauffeur heeft de hele rit maar 2 keer getoeterd voor een bocht, dat viel ons echt op. Later bleek dat dit als voorwaarde gesteld was door Imam toen hij de bus met chauffeur charterde. De eerste stop is de palmsuikerfabriek. Men stond net klaar om de stelen suikerpalm te gaan persen. Deze stelen zitten barstensvol met sap, en in dit sap zit de palmsuiker opgelost. Het persen gebeurt met behulp van twee metalen trommels, met tandwielen aan elkaar verbonden, en één van de trommels wordt aangedreven. De aandrijving bestond uit een Karbouw, de Indonesische waterbuffel. Met een boom van een twee, drie meter lengte draait de Karbouw rondjes om de pers heen, bij de pers zit een man die de stelen tussen de trommels steekt, de dikkere stelen worden gespleten en de kant waar hij de stelen insteekt wordt met een paar klappen op een steen voorgekneusd. De boom komt elke ronde natuurlijk over hem heen, maar de man bukt uit puur automatisme elke keer op tijd. Mooi was ook om te zien toen de Karbouw werd gehaald om an de boom te worden ingespannen. De Karbouw, een prachtige stier, snoof even aan de boom, om te zeggen: o ja, ik moet weer aan de gang. Toen men de boom opnam om deze in de nek van de Karbouw te leggen, zag je de Karbouw echt meewerken met zijn kop om de boom langs zijn lange hoorns te krijgen. Echt mooi om te zien, deze samenwerking tussen mens en dier. De Karbouw moet drie uurtjes per dag lopen, voor de rest mag hij de hele dag luieren op het veld, en hij wordt goed verzorgd. Onder de trommels werd het sap opgevangen, we mochten even een glaasje van dat sap proeven, echt mier- en mierzoet. Duncan mocht ook even de plaats van de man innemen, en stelen invoeren. Hij moest natuurlijk wel even wennen aan het bukken onder de boom door, maar uiteindelijk zat hij als volleerd Indo de stelen in te voeren. Een leuk gezicht. Het sap wordt daarna verder ingekookt in grote schalen op vuren, tot een hele dikke brij en daarna laat men het afkoelen en wordt het een harde plak. Het smaakt heerlijk, suiker, maar dan met een branderig-caramelachtige smaak. Hierna was het weer inladen geblazen, en ging het op weg naar de Rafflesia bloem. Uiteindelijk gingen we dezelfde bloem bekijken waar we eerder waren geweest, maar toen was het nog een knop. De bloem stond nu zeker in bloei. Karin en Megan kozen ervoor om niet mee te gaan, vanwege de zwaarte van de tocht, de rest kleedde zich in lange broek en bergschoenen. Ik stopte deze keer mijn broek in mijn sokken, tegen de bloedzuigers. Dezelfde route als een paar dagen eerder ging het omhoog, maar deze keer in een strak tempo omdat we qua schoeisel veel beter waren voorbereid. Bij de bloem aangekomen stond deze inderdaad in bloei, werkelijk een prachtig gezicht. De bloem is fel rood-oranje, de bloembladeren en het hart zijn rubberachtig en dik. De plek waar de bloem staat is schemerachtig door het dichte bladerdak van de jungle, en hij steekt echt prachtig af tegen zijn omgeving. Na uitgebreide bewondering en mooie foto's gingen we weer op de terugweg. Boven in het bladerdak hoorden we gespetter; het begon te regenen, maar de druppels raakten ons niet, zo dicht is dat daarboven.
Tegen de tijd dat we weer op open terrein kwamen was het al weer gestopt met regenen, en over het dijkje langs de Sawah's liepen we, deze keer bloedzuigervrij, naar de bus terug. Daar zat Karin ons op te wachten, met voor Bart en Duncan een set droge kleren. Bleek dat het bij de bus gehoosd had van het water! Dus die dacht dat we doorweekt waren. Dus: Òf het bladerdak is superdicht geweest, òf de bui is net langs ons heen gegaan, we weten het echt niet. De grote plassen op de weg nadat we weer wegreden getuigden van het feit dat Karin niet overdreven had. Hierna ging het rechtstreeks door naar Harau Valley. Imam had een overnachtingsplaats op het oog die goed zou zijn, alleen toen we bij een houten bruggetje kwamen bleek de bus niet over het bruggetje te kunnen. Het dak over het bruggetje was te laag. Men probeerde het met een aanloop, dit resulteerde in een paar achterovergeklapte ver-schijners op het dak. Daarna probeerde men de bus nog een paar minuten kleiner te kijken, maar dat had ook geen effect. Uiteindelijk zijn we verder gereden naar de Eco-Lodge. Dat zag er weer eens uit als een paradijsje. Jakko en Andrea en ik kregen ieder een klein hutje toegewezen, weer lekker basic, een soort tuinhuisje met twee bedden, maar wel met stroom èn het was er schoon. Toilet en douche moesten we delen met Jakko. Deze prijzen waren inbegrepen in de prijs welke was afgesproken met Imam voor de hele toer tot aan onze eindbestemming, Bungus Beach onder Padang. Bart en Karin moesten wel 300.000 Rupiah bijbetalen voor een grotere kamer, maar toen kregen ze wel een superdeluxe, top-of-the-bill bungalow! 's Avonds hebben Bart, Jakko en ik nog een kleine verkenningstocht gemaakt, en de uitzichten zijn echt spectaculair. Je loopt in een vallei met aan weerszijden haarscherpe, loodrecht omhoog lopende rotswanden. Maar ook hier weer: Geen of bijna geen toeristen, terwijl hier en daar de bouwwerkjes en afgebrokkelde zwembaden onder watervallen doet vermoeden dat dit ooit wel eens anders is geweest. Na terugkomst zaten we net, of het begon opeens met bakken tegelijk uit de hemel te vallen, net op tijd binnen dus. Het avondeten werd daarom in een bungalow vlakbij de keuken opgediend en niet in het restaurant. Op de een of andere onbegrijpelijke manier ligt de keuken namelijk 60 meter van het restaurant af, en deze bungalow maar tien meter, dus dat scheelde veel regenwater in je maaltijd. Uiteindelijk bleek de oorzaak van het zo ver weg liggende keukentje te liggen in het feit dat de officiële keuken in het restaurant op dit moment wordt verbouwd. Het eten was heerlijk, en na een leuk gesprek met Imam en een paar biertjes zijn we in ons hutje gedoken voor een nacht op een héél hard bed, maar we sliepen er niet minder om.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Loek

Actief sinds 15 Mei 2013
Verslag gelezen: 189
Totaal aantal bezoekers 22970

Voorgaande reizen:

04 September 2017 - 01 Oktober 2017

Rondtrekken op Bali

29 Mei 2015 - 28 Juni 2015

Sulawesi trektocht van Zuid naar Noord

27 Juni 2013 - 25 Juli 2013

Rondreis op Sumatra

Landen bezocht: