Van Rantepao naar de Togean Islands met hindernis! - Reisverslag uit Bomba, Indonesië van Loek Bleeker - WaarBenJij.nu Van Rantepao naar de Togean Islands met hindernis! - Reisverslag uit Bomba, Indonesië van Loek Bleeker - WaarBenJij.nu

Van Rantepao naar de Togean Islands met hindernis!

Door: Loek

Blijf op de hoogte en volg Loek

15 Juni 2015 | Indonesië, Bomba

Zondag 14 juni

Een lange reis....bleek achteraf!

Ik wil de lezer alvast waarschuwen: Het wordt een lang verhaal, maar zeker de moeite van het lezen waard in mijn opinie!

's Morgens om half negen op de hoofdstraat van Rantepao staan we klaar om in te stappen in de bus van Rantepao naar Tentena. Vanuit Tentena is het de bedoeling dat we na een overnachting daar doorreizen met een auto plus chauffeur naar Ampana, de havenstad vanwaar veerboten gaan en bootjes te huur zijn naar de Togean Islands, de eilandengroep in de baai met de witte stranden, azuurblauwe zee en heel veel mogelijkheden tot snorkelen en duiken.

De busreis was gewoon een busreis, weinig aan. In het gangpad stapelden de mee te nemen goederen in de vorm van zakken rijst en kunstmest zich wel gaandeweg steeds meer op. Als je in of uit de bus wilde moest je over de zakken heen, en de bus is al aan de lage kant. In Tentena aangekomen, jaja, volgens schema, vrij snel een overnachtingsadres gevonden.

Over de autorit naar Ampana is alleen te melden dat er voorin twee Indonesiers zaten; een vrouwlijke chauffeur die aan een stuk door zat te kwekken met de andere, een man. Waarom twee chauffeurs? Daar kwamen we vrij snel achter, want mevrouw was of half blind, of stevig bijziend, en in combinatie met een gebrekkige voertuigbeheersing gaf dat soms verrassingen in de vorm van bochten die half werden gemist, kop tegen het dak door slechte weg met te hoge snelheid, en bij het enige stoplicht op de route moest de man haar vertellen dat 'ie op rood stond. Hij moest dus haar vertellen wat ze zou moeten zien.

Toch nog heelhuids in Ampana aangekomen, en er was al vooruit gebeld zodat er een bootje klaarlag om ons naar Bomba te brengen, een dorpje op de Togean Islands waar we heen wilden.

Het bootje was een smal langwerpig vaartuigje van zo'n 10 meter lang, met een huif erop, open voorplechtje een soort dakje er achterop voor de roerganger en voorzien van twee 'staafmixers', twee Honda-motertjes met een lange schroefas schuin naar achteren die je kon ophalen uit het water als er wat in de schroef kwam. Twee bamboe 'catamaran' bomen aan weerszijden geven de boot stabiliteit.

Het zou een vaartocht van zo'n 2 tot 3 uur zijn......dus niet helemaal!!!

Om ongeveer 4 uur 's middags vertrokken we vanaf het strand onder mooie weersomstandigheden.

Na ruim een half uur kwamen we in een gigantische tropische regenbui terecht. Geen wind, maar het water kwam echt in bakken naar beneden, en we zagen geen hand meer voor ogen. De twee Indonesiers die ons voeren hadden een verschilende opvatting over het vervolg: De jongere achter het roer wilde eigenlijk terugkeren, maar de oudere voorop die de weg wees, zei: Doorgaan, ik weet de weg wel.

Na een uur werd de motor stilgezet, en werd ons vertrouwen in de bemanning danig op de proef gesteld toen ze ons vroegen of we kaarten bij ons hadden, en misschien een kompas? We keken elkaar vertwijfeld aan: Dit ga je niet menen! Ze waren dus een klein beetje de weg kwijt. Intussen gutste het water nog steeds met bakken op zee en het bootje neer, maar we zaten redelijk droog, en afkoelen deed het ook niet, dus: geen paniek, het gaat weer op z'n Indo's, en dat zijn we onderhand wel gewend. We kwamen op de proppen met een kaartje in de Lonely Planet, en Jakko had op zijn telefoon een kompas-app, die nu goed van pas kwam. We hadden ook een goede landkaart van Sulawesi met de Togeans in detail, maar dan moesten we in dat krappe bootje een koffer openen, en dat ging moeilijk met al die regen om ons heen.

Na het kompas te hebben bestudeerd wist de oudere 'kapitein' wel waar we heen moesten, dus de motoren werden weer gestart. Jakko's kompas erbij gehouden, en hierop zagen we dat we tussen west en noord voeren. De 'kapitein' wees wel elke keer naar rechts (oosten), maar de roerganger had moeite om die kant op te varen, hij week elke keer af naar west. Ik had het er nog even met Jakko over, mij de kaart van het gebied voor de geest halend: we moeten toch oost varen, en niet richting west aanhouden? Maarrrr... Wie zijn wij om de kenners tegen te spreken?

In de loop van de avond klaarde het wat op, maar het werd ook donker, zo snel als het in de tropen donker kan worden: razendsnel dus. Nergens land te zien. Toen het donker was, zagen we een nieuw schouwspel rond de boot, namelijk opgloeiende diertjes als de boot passeerde. Net allemaal kleine groene led-lichtjes die opflitsten en weer doofden.

In een inmiddels stikdonkere wereld ging het maar voort, maar de kapitein gaf nog steeds richting aan, en Jakko hoorde van hem dat hij het kon vinden door op een bepaalde ster te navigeren. Op gegeven moment voeren we ook temidden van een paar dolfijnen die even een stukje vrolijk met ons meezwommen, af en toe zag je een rug boven water uitkomen in het zwakke sterrenlicht. Ook de Melkweg was mooi te zien. Uren en uren zijn we doorgevaren, tot we op een bepaald moment een lichtje in de verte zagen waar we zo te zien op af voeren. Zou dit onze eindbestemming zijn? Het zou tijd worden want inmiddels was het zo'n beetje middernacht.

Het bleek een zogenaamde 'lichtvisser' te zijn. Deze mannen liggen midden op zee rond een soort vlot, waarop lampen staan opgesteld naar beneden, en een aggregaat om deze te voeden. 's Nachts komen vissen op het licht af, en grotere vissen zoals Tonijn komen daar weer op af, en die worden gevangen met lijnen. De visser lag naast het vlotje te slapen in een bootje. Door aanhoudend aanroepen werd de man eindelijk wakker. Aan hem werd gevraagd waar we zaten, dus we waren op zee stevig verdwaald!

De visser wist ook niet echt te vertellen waar we zaten en waar naar toe te varen. Besloten werd om de nacht bij de visser door te brengen en te wachten op de zonsopgang, zodat we wat meer zouden zien. Dat werd dus een nacht doorbrengen op zee... We lijnden aan aan het anker van de visser, en maakten ons op voor de nacht. Alle bagage ging naar achteren toe en werd daar gestapeld om ruimte te maken op de vloer onder de huif. Eerder gekochte Sarongs, jasjes, sweaters werden uit de bagage gehaald om als beddengoed te dienen. Een groot biscuit-blik welke wij eerder hadden gekregen van Soleman in Mamasa en op de boot inmiddels was leeg gegeten, heeft Jakko gebruikt als hoofdkussen...daar moesten we wel om lachen. We pasten precies met zijn vieren twee aan twee in de lengte op het vloertje, en de bemanning had plaats onder het dak van de roerganger. Matrassen waren er natuurlijk niet, lekker op de kale planken vloer. Half een lagen we. Onder het genot van het schommelen van de boot op de golfslag vielen we uiteindelijk in slaap. Ik ben 's nachts heel eventjes wakker geworden, en hoorde om mij heen (ook uit het bootje van de visser) heel veel en hard gesnurk...meteen daarna ook weer in slaap gevallen.

Maandag 15 juni.

Iedereen werd pal voor zonsopgang wakker. Ontbijt serveren was er natuurlijk niet bij, want dat was er niet. Toen het voldoende licht was om om ons heen te kijken kon men zich een beetje orienteren waar we zaten. We zijn zoals het er uitziet gigantisch naar het westen afgedwaald, tot ver in Tomini bay, de baai tussen het vaste land van Sulawesi en de Togeans. Preciese lokatie nog steeds onbekend, maar op ons fototoestel zit een GPS-functie die de lokatie bij de foto's opslaat. Dit hebben we aangezet en een aantal foto's genomen, dus kunnen we thuis een keer uitpeilen waar we nu precies uitgekomen zijn.

Maar... We waren nog niet veilig! Door het gejakker van de vorige avond begon de benzine al aardig op te raken. De jongere roerganger vertelde dat hem dit nog niet eerder was overkomen, hij voer altijd naar Bomba bijna met zijn ogen dicht, in twee-en een half uur. Hij had voor een uur of tien benzine bij zich, maar dat was dus de vorige avond al redelijk opgestookt zonder duidelijk doel. Echt onbegrijpelijk voor ons, maar we hadden het er maar mee te doen.

De koers werd gesteld op een eiland en een landtong in de verte. Links van ons zagen we het vulkaaneiland Una-Una liggen, maar daar was voor de rest helemaal niets. Op een van de twee motoren gingen we op pad, dit om benzine uit te sparen. Na verloop van tijd sputterde de motor: benzine weer op. Het laatste uit de jerrycan werd erin gegoten, en de jongere roerganger ging in de weer om benzine af te tappen uit de tweede motor, via het benzineslangetje in een oude waterfles.

Dit was het punt waarop we ons echt serieus zorgen gingen maken, mede vanwege het feit dat in al die tijd tijdens het varen wij het eiland Una-Una zeeeeeerrrr traaaaaag voorbij voeren. We hadden dus tegenstroom. De landtong in de verte kwam niet echt dichterbij, en als de afgetapte benzine echt het laatste was, dan gingen we het land nooit halen en zouden we op zee dobberen zonder noodsignalen, zonder telefoon of communicatie (geen bereik natuurlijk, en geen zender) en, erger nog, heel weinig water. Het enige dat we nog over hadden was een bodem van een centimeter of vijf in een fles, en een aangebroken flesje Fanta-aardbeismaak. Het drinken was de avond ervoor al door ons voor de zekerheid tot een minimum beperkt om water te sparen.

Voor ons doemde iets op wat op een boei leek. Jakko gaf de kapitein ee tip om daar meteen aan te meren en te wachten tot het tij zou gaan keren, en dat werd met enthousiasme ontvangen. Alleen bleek de 'boei' een oude tempex viskist te zijn die daar dreef; geen houvast dus. Dan de motor maar weer gestart. Inmiddels hadden we de goede kaart van Sulawesi uit de koffer gehaald, zodat we een beetje konden inschatten waar we zaten aan de hand van de positie ten opzichte van Una-Una. Heel rustig voortuffend met de motor op minimaal kwamen we toch nog heel langzaam vooruit. Uiteindelijk leek de stroming minder te gaan worden en ging het plotseling iets sneller.

Toen moest de kapitein even aan het roer, en ging de jongen onder het dek, volgens de kapitein om te kijken of er nog wat lag...en er lag wat, in de vorm van een complete reservemotor met schroefas en een redelijk volle tank benzine! De leeggetapte motor werd vrij simpel van zijn motorstoel gehaald en dwars op de boom gebonden, en de nieuwe motor werd ge-installeerd. Ik vermoed dat ze hebben gewacht tot het tij keren zou. Hierdoor waren we wel weer aardig opgelucht, want nu werd er ingezet met twee motoren tegelijk en ging het veel sneller.

Maar we moesten het nog wel halen! De landtong kwam nu wel snel dichterbij en we konden ons er wel naartoe kijken. Dit was ook wel meteen onze eindbestemming, want het bleek de landtong met Bomba te zijn ook nog!

Ruim een kilometer van de kust gaf de reservemotor het al op: lege tank. Met het laatste restje zijn we op de originele motor uiteindelijk bij de steiger aangemeerd van de 'Island Retreat Resort', waar we ook heen wilden. En de lezer mag het geloven of niet, maar bij de steiger sputterde de motor: schoon en schoon leeg, we hadden geen druppel meer. Hoe nijpend de situatie is geweest, getuigde wel vanwege het feit dat Jakko de kapitein in het Indonesisch de Heer hoorde danken...

Op de steiger werden we verwelkomd door de beheerder van het Resort. Na voorgesteld te zijn heb ik uit naam van ons allen op de knietjes de steiger gekust a la de Paus.

Gelukkig is alles goed afgekomen en hebben we er zeker een avontuur bij waar we het nog vaak over zullen hebben heb ik het idee.

De bemanning hebben we nooit beschuldigd. Het kan altijd iedereen overkomen. Het enige dat ik vooral de 'kapitein' verwijt is het feit dat hij die avond maar door en door is gegaan, benzineverstokend, zonder duidelijk te weten waar we nu eigenlijk zaten. Hij had beter eerder stil kunnen houden, of misschien wel terugkeren naar het zuiden, waar zeker vasteland is. Maar dat is natuurlijk allemaal achteraf. Ook zijn we altijd kalm gebleven, want met paniek of je kop laten hangen is nog nooit iemand verder gekomen.

Onze onderkomens hier zijn schitterende houten huisjes aan een parelwit strand en blauwe zee, en van alle gemakken voorzien. Er is hier geen bereik van telefoon, geen internet en/of Wifi, en de aggregaat gaat iedere avond aan van 6 tot half 11.

Vaste grond schommelt nog wel heel erg heen en weer, maar dat is geen wonder als je ruim twintig (!) uur op zee in een schommelschuitje hebt gezeten.

Eind goed, al goed.


  • 17 Juni 2015 - 23:31

    Bart:

    Handig zo'n kompas app.......is weer eens wat anders dan de 'kaarten' app die stamdaard op Jakko's telefoon staat om precies te kunnen bepalen waar je je bevindt :-)) wel veel meer avontuur zo :-P

  • 18 Juni 2015 - 07:41

    Willem Morees:

    Loek, zeer vermakelijk om jullie aventuren te lezen.
    Advies: Peter, Henk, Jelle en Marjeanno voelen zich benadeeld dat hun niet in de cc staan.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Loek

Actief sinds 15 Mei 2013
Verslag gelezen: 799
Totaal aantal bezoekers 22978

Voorgaande reizen:

04 September 2017 - 01 Oktober 2017

Rondtrekken op Bali

29 Mei 2015 - 28 Juni 2015

Sulawesi trektocht van Zuid naar Noord

27 Juni 2013 - 25 Juli 2013

Rondreis op Sumatra

Landen bezocht: